Afgelopen vrijdag 22 maart werd via verschillende media naar buiten gebracht dat de Europese Commissie bereid is om dierlijke mest toe te staan als grondstof voor kunstmest. Volgens Sietse Draaijer, consortium manager van ReFerm, is dit groot én positief nieuws voor de hele sector.  

De veehouderij kampt al een tijd met strengere regels, waardoor er steeds minder mest mag worden uitgereden over het land. De aangescherpte regels zorgen in de praktijk voor veel overtollige mest bij veehouders én hoge kosten om de mest af te kunnen voeren. Een onhoudbare situatie die vraagt om een oplossing. 

Die oplossing voor het verwaarden van dierlijke mest lijkt er nu te komen. Door dierlijke mest om te zetten in een ingrediënt voor kunstmest, ontstaat er een nieuwe afzetmarkt. Dit kan de druk van de mestmarkt verminderen door boeren een alternatief te bieden voor de afvoer van hun overtollige mest. Hierdoor zijn veehouders niet meer genoodzaakt om het mestoverschot af te voeren. Daarnaast zijn ze door het gebruik van renure als kunstmestvervanger, minder afhankelijk van traditionele kunstmest. 

De exacte termijn waarop renure breed ingezet mag worden en op welke schaal is nog onduidelijk. Dit hangt af van regelgeving en de snelheid waarmee de productie van deze kunstmestvervanger kan worden opgeschaald. 

”Voor ReFerm betekent dit een grote impuls voor het onderdeel mestverwerking. Waar vorig jaar de mestafzet kosten nog acceptabel waren en Renure niet toegestaan, is dit speelveld in korte tijd 180 graden gedraaid. Het nieuws van afgelopen vrijdag betekent dat mestverwerking, zowel aan de mestafzet als aan de kunstmest aankoop kant, economisch en uitstoot technisch een positieve bijdrage levert. De partners van ReFerm staan klaar om veehouders te adviseren en te helpen bij de realisatie en exploitatie van dergelijke mestverwerkingssystemen.” Aldus Sietse Draaijer.